Het Bidkapelletje, vermoedelijk van Ludger, waar de latere kerk van Oene is gebouwd, dateert in elk geval van voor 1176. Want in 1178 gaf de bisschop van Utrecht, onder wiens oppergezag de Veluwe destijds stond, bevel dat de van Herghe (Heerde), Goedsberg (Hattem) en Vorichten (Vorchten) zich van Epe moesten afscheiden wegens het grote aantal leden. Ze moesten zelfstandige parochies vormen, terwijl zij, die bij de kapel van Fasen (Vaassen) en van Unen (Oene) behoorden onder de moederkerk van Epe moesten blijven.
Beschermheilige van de kerk in Oene is een Dionysius, maar er zijn meerderen heiligen van die naam, zodat het niet vast staat aan wie van hen we moeten denken. We kennen de heilige Dionysius Areopagita die voorkomt in de Handelingen der apostelen en aan wie in de oudheid een aantal geschriften van een nogal vreemde mystieke inhoud werden toegeschreven. Dan is er ook nog Dionysius, bisschop van Rome. Er is echter ook Dionysius van Alexandrië. En de martelaar Dionysius, de 1e bisschop van Parijs. Aan wie van de vier wij hebben te denken, zal wel altijd een open vraag blijven.
Volgens overlevering gaan onze gedachten uit naar de patroonheilige Dionysius, Bisschop van Rome van 259 tot 268, opvolger van Syxtus I. Hij was een ijverige priester met het besef dat (ook toen al) de kerk hoognodig aan een reorganisatie toe was. Hij verstevigde de positie van de priesters ten opzichte van de diakenen;
Hij nam contact op met de Afrikaanse en Aziatische kerkgemeenschappen; en bevestigde de Roomse normen voor een geldige doop van ketters; daarnaast gaf hij een toelichting op enige aspecten van de Heilige Drievuldigheid.
Betreffende dit laatste punt werd hij aangevallen door patriarch Dionysius van Alexandrië in Egypte. Deze beschuldigde Dionysius van Rome zelfs van ketterij.
Dit kwam voor de roomse Dyonisius uit een onverwachte hoek. De Egyptische Dionysius had namelijk tijdens het pontificaat van Stefanus I, bemiddeld in een conflict tussen Stefanus I en Cyprianus, de bisschop van Carthago, over het Doopsel en het Vormsel. Op een door de roomse Dyonisius bijeengeroepen Synode werd de bisschop van Alexandrië in het ongelijk gesteld. Dyonisius van Rome ging zeer kies te werk bij het meedelen van de uitspraak van de Synode aan zijn Egyptische confrater. Deze had hier veel waardering voor en antwoordde per omgaande, dat hij zijn beschuldiging van ketterij introk. Voorts is er van hem bekend, dat hij een brief stuurde aan de bewoners van de stad Ceasarea die door de barbaren verwoest was. Hij liet het echter niet alleen bij woorden doch stuurde ook een grote som geld. Hij staat bekend als de meest opmerkelijke roomse bisschop uit de 3e eeuw.