In 1238 wordt de in een oorkonde van 1176 (Sloet, Oorkondenboek Gelreen Zutfen, no. 339) genoemde “Kapel van Oene” van het kerspel Epe afgescheiden en tot parochiekerk verheven.
Aan de noordzijde werd in 1951 een vrijwel qua oppervlakte gelijkwaardige kerkzaal aangebouwd
Tijdens de 15e eeuw is er de belangrijke verhouding tussen het klooster en de kerk.
Dankzij deze verhouding kunnen we veel over de kerk te weten komen.
Denk bijv. aan het koor, de torenkapel, de muur- en houtversieringen, versierend bijwerk en de rouwborden.
Omstreeks 1440 – 1490 is men overgegaan tot een ingrijpende uitbouw van de kerk met een gotische koorpartij, welke bekostigd werd door pater Niklaas Boudewijnsz, onder voorwaarde dat hij in het koor van de kerk begraven mocht worden. Dit is de enige persoon die ooit werd begraven in de Oener kerk (in 1491).
In Oene is een straat naar hem vernoemd: Boudewijnsweg.